DE KAKKERLAK

Komt vooral voor op plaatsen waar afval en voedsel aanwezig is. Ze gaan ’s nachts op pad en verspreiden een vieze en hardnekkige geur die gemakkelijk door de door hen bezochte levensmiddelen wordt overgenomen. Kakkerlakken besmetten deze levensmiddelen met micro-organismen die zij bij het rondscharrelen in afval opdoen. 

Algemeen

De Duitse kakkerlak (Blattella Germanica L.) is de meest voorkomende soort kakkerlak in ons land. O.m. in woningen, levensmiddelenbedrijven, bakkerijen, hotels, restaurants, ziekenhuis, aan boord van schepen en op ongecontroleerde vuilnisstortplaatsen. 

Uiterlijk

Imago: strogeel-lichtbruin; 2 zwarte lengtestrepen op borstschild; lange antennes; mannetjes slanker en achtereind achterlijf niet geheel bedekt door vleugels (zweven wordt alleen waargenomen bij zeer hoge temperatuur).

Nimf: zelfde uiterlijk als imago, maar ongevleugeld en meestal donker van kleur; 2-10 mm lengte exclusief antennes; vervellen tijdens groei 5-7 maal.

Ei: eipakket (oötheca) heeft bleekbruin gegroefd chitineomhulsel, circa 8x3x2 mm, bevat gemiddeld 30 eitjes. 

Ontwikkeling (onvolledige gedaanteverwisseling) 

Eistadium: 2-5 weken, afhankelijk van luchttemperatuur; volwassen wijfjes produceren gemiddeld 7 (4-8) eipakketjes in hun levensduur, welke op willekeurige plaatsen worden afgezet kort voordat de larven uitkomen.

Larvale stadium: 40 dagen bij 30ºC tot circa 6 maanden bij lage temperaturen.

Ei tot imago: ca. 2 maanden bij 25ºC tot circa 7 maanden bij lage temperaturen.

Maximale leeftijd imago: 6 maanden, in laboratorium tot circa 1 jaar. 

Leefwijze

Algemeen: Lichtschuw.

Voedsel: alleseter, maar bij voorkeur zoet, vochtrijk, koolhydraten, levensmiddelen, dode dieren, uitscheidingen mens/dier, afvalstoffen, etc.; bij gebrek aan voedsel ook papier, leer, e.d.; kunnen 10-40 dagen zonder voedsel leven; geen voorraadvorming.

Temperatuur: -4ºC gedurende circa 12 uur is doorgaans fataal, optimale ontwikkeling/activiteit bij 30ºC; geprefereerde temperatuur 25-32ºC.

Schuilplaatsen: donkere, warme, liefst vochtige plaatsen (achter en onder keukenkastjes), onder koelkast, bij aquaria, in leidingkokers en putjes, kieren/naden van bij voorkeur 5 mm breedte, maar voor nimfen ½ mm en voor imago’s minimaal 1½ mm breedte; komen behalve in, bij voorkeur centraal verwarmde gebouwen, en dan bij voorkeur in keukens en badkamers, ook veel voor aan boord van schepen, en op niet met een laag zand afgedekte vuilnisstortplaatsen. 

Schade

Bevuilen o.m. voedsel; zijn dragers van o.m. bacteriën en mijten, verslepen smetstoffen (salmonellosen, hospitalismus, e.a.) Verspreiden onaangename geur door uitscheiding van rugklier. 

Verspreiding

O.m. door binnenbrengen van meermalen gebruikte kisten, dozen, manden, containers, etc. met bagage en door verhuizingen en transporteren; indien er grote populaties kakkerlakken op vuilnisstortplaatsen aanwezig zijn, is de kans groot dat gebouwen in de omgeving ’s zomers door kakkerlakken worden bezocht. 

Wering

Voedsel ontnemen door o.m. zorgvuldige hygiëne, zo mogelijk dichten van naden en kieren, levensmiddelen bewaren in koele magazijnen, bij planning en nieuwbouw van o.m. keukens, badkamers, restaurants, bars, ziekenhuizen en bejaardentehuizen schuilplaatsen van insecten voorkomen en zorgen voor zo gunstig mogelijke situering van o.a. keukens en opslagplaatsen voor levensmiddelen van bedrijven en inrichtingen, vuilnisstortplaatsen afgedekt houden met circa 30 cm dikke laag zand.